Betekenis van:
traan

traan (de ~ | meervoud tranen)
Zelfstandig naamwoord
  • druppel oogvocht
"bloed, zweet en tranen kosten"
"tranen biggelen over/langs iemands wangen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

traan
Zelfstandig naamwoord
  • lantaarn om de straat te verlichten.
traan
Zelfstandig naamwoord
  • /: oogvocht
traan
Zelfstandig naamwoord
  • traanolie
traan (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • tranen; dierlijke olie

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Niets droogt sneller dan een traan