Betekenis van:
training
training
Zelfstandig naamwoord
- een oefening
"Kom je ook naar de training op zaterdag?"
training
Zelfstandig naamwoord
- een oefening
"Kom je ook naar de training op zaterdag?"
training (de ~ | meervoud trainingen)
Zelfstandig naamwoord
- oefening
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- TRAINING
- Periodieke training
- Slechtzichtvluchten — Training en kwalificaties
- Vliegtraining/STD-training
- Slechtzichtvluchten — Training en kwalificaties
- Slechtzichtvluchten — Training en kwalificaties
- Deel D: Training
- training voor terrorisme;
- Periodieke training en toetsing
- Slechtzichtvluchten — Training en kwalificaties
- On-the-job-training
- Training op de grond.
- Training conform OPS 1.975.
- Training conform OPS 1.975.
- Training op de grond.