Betekenis van:
triomf
triomf
Zelfstandig naamwoord
- feestelijke intocht
"In triomf hield hij zijn intocht in de stad."
triomf (de ~ | meervoud triomfen)
Zelfstandig naamwoord
- luisterrijke inkomst
"in triomf"
Hyperoniemen
Hyponiemen
triomf
Zelfstandig naamwoord
- grootse overwinning of prestatie
"Dit feest belichaamt de triomf van het goede over het kwade."
triomf (de ~ | meervoud triomfen)
Zelfstandig naamwoord
- overwinning
"triomfen vieren met iets"
"na hun triomf tegen de Belgische voetbalploeg kwam dit verlies dubbel hard aan"