Betekenis van:
triplex

triplex (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • hout bestaand uit drie verlijmde lagen
"een plank/stuk triplex"
"dun/buigzaam triplex"

Hyperoniemen

triplex
Zelfstandig naamwoord
  • compositieplaat betaande uit 3 laagjes gelijmd hout in verschillende vezelrichtingen

Voorbeeldzinnen

  1. Doos, triplex
  2. Doos, triplex 4D
  3. Vat, triplex 1D
  4. Samengestelde verpakking, kunststof houder in triplex doos
  5. Triplex- en multiplexhout (GN 4412): 0,18 %
  6. Triplex-/multiplexhout, iedere laag ≤ 6 mm dik, n.e.g.
  7. Ander fineer/platen voor triplex, enz., dikte ≤ 6 mm
  8. Ander fineer/platen voor triplex, enz., dikte ≤ 6 mm
  9. Triplex- en multiplexhout van naaldhout, zonder toevoeging van andere stoffen:
  10. Samengestelde verpakking, kunststof houder in triplex vat YG Schaal BM Set SX
  11. Triplex-/multiplexhout, tenminste één buitenste laag geen naaldhout, n.e.g., iedere laag ≤ 6 mm
  12. Fineer/platen voor triplex, vingerlasverbinding, geschaafd/geschuurd, plankjes ≤ 6 mm dik
  13. Ander triplex-/multiplex-/met fineer bekleed hout, ... met spaanplaat, buitenste laag geen naaldhout
  14. Fineer/platen voor triplex, vingerlasverbinding, geschaafd/geschuurd, plankjes ≤ 6 mm dik
  15. Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout, van bamboe