Betekenis van:
troon
troon
Zelfstandig naamwoord
- zetel waar een vorst op zit tijdens formele plechtigheden
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Kustgebieden van Troon in het zuidwesten van Schotland tot Wick in het noordoosten van Schotland, alsmede de westelijk en noordelijk van deze gebieden gelegen eilanden
- De kustgebieden vanaf Troon in het zuidwesten van Schotland tot Wick in het noordoosten van Schotland, en de eilanden ten westen en ten noorden daarvan
- Kustgebieden van Troon (in het zuidwesten van Schotland) tot Wick (in het noordoosten van Schotland), alsmede de westelijk en noordelijk van deze gebieden gelegen eilanden