Betekenis van:
tuien
tui (de ~ | meervoud tuien)
Zelfstandig naamwoord
- touw om iets mee vast te zetten
"de tuien van een antennepaal/schip"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- De in lid 2 bedoelde arealen omvatten uitsluitend de arealen die worden begrensd door de lijn die wordt gevormd door de buitenste tuien waarmee het dradenstelsel is vastgezet.
- De „met hop beplante” oppervlakte zoals bedoeld in artikel 110 sexdecies, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 is de oppervlakte die wordt begrensd door de lijn die wordt gevormd door de buitenste tuien waarmee het dradenstelsel is vastgezet.