Betekenis van:
tuit
tuit (de ~ | meervoud tuiten)
Zelfstandig naamwoord
- spits toelopend iets (om te schenken)
"de tuit van een theepot/koffiekan/melkkan"
"tranen met tuiten huilen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
tuit
Zelfstandig naamwoord
- spits toelopend einde van een voorwerp
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Tuit
- TUIT,j
- Blik, met handvat en tuit
- ETEC = (8760/1000) · (Puit · Tuit + Pslaap · Tslaap + Ponbelast · Tonbelast)
- Blik, met handvat en tuit CD Blik, rechthoekig (can, rectangular) CA Blok LG