Betekenis van:
tukje
tukje (het ~ | meervoud tukjes)
Zelfstandig naamwoord
- korte of lichte slaap
"een tukje doen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik heb tijdens de lunchpauze een tukje gedaan omdat ik erg moe was.