Betekenis van:
tumor

tumor
Zelfstandig naamwoord
  • een gezwel
"De dokter moest haar het vreselijke nieuws over de tumor mededelen."
tumor (de ~ | meervoud tumors, tumoren)
Zelfstandig naamwoord
  • min of meer scherp begrensde woekering van een weefsel
"een tumor (operatief) verwijderen"
"een tumor in de borst/hersenen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tijdens zijn 65e vergadering van 7 tot en met 16 juni 2005 concludeerde het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO (JECFA) dat aceetamide (FL 16.047) duidelijk carcinogeen is bij muizen en ratten en dat, hoewel niet bekend is hoe de tumor zich vormt, de mogelijkheid van een genotoxisch mechanisme niet kan worden uitgesloten.