Betekenis van:
tweedracht
tweedracht (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- onenigheid; onenigheid tussen (groepen) mensen; onenigheid; verdeeldheid binnen groep
"in tweedracht (leven)"
"tweedracht tussen [de inwoners van Antwerpen]"
Synoniemen
Hyperoniemen
tweedracht
Zelfstandig naamwoord
- verdeeldheid of twist binnen een gemeenschap
"De tweedracht die de laatste eeuw van het Byzantijnse Rijk kenmerkte droeg in belangrijke mate bij tot de uiteindelijk ondergang."
Voorbeeldzinnen
- De kleinen groeien door eendracht, de grootsten gaan ten onder door tweedracht