Betekenis van:
uitdraai

uitdraai (de ~ | meervoud uitdraaien)
Zelfstandig naamwoord
  • afdruk v.e. elektronisch bestand
"een uitdraai maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bij een elektronische verklaring gaat het zeehondenproduct op het ogenblik van het op de markt brengen vergezeld van een uitdraai van de verklaring.
  2. Reiskosten worden vergoed op vertoon van oorspronkelijke bewijsstukken binnen dertig kalenderdagen na de laatste dag van het vraaggesprek: kaartjes/tickets en rekeningen of, bij online reserveringen, de uitdraai daarvan en de instapkaart voor de heenreis.