Betekenis van:
uiteenspatten

uiteenspatten
Werkwoord
  • explosief in vele kleine stukken of druppels uit elkaar vliegen
"De zeepbel spatte plotseling uiteen."

Voorbeeldzinnen

  1. De ineenstorting van de telecommunicatiemarkt, het uiteenspatten van de internetbel, de sterk gekrompen marges van de ondernemingen en de internationale spanningen hebben tot een inkrimping van de vraag geleid.