Betekenis van:
uiteinde
uiteinde
Zelfstandig naamwoord
- het uiterste punt van iets
"Het uiteinde van de draad steek je door het oog van de naald."
uiteinde
Zelfstandig naamwoord
- een benaming voor oudejaar
"Waar vier jij dit jaar het uiteinde?"
uiteinde (het ~ | meervoud uiteinden, uiteindes)
Zelfstandig naamwoord
- punt waar iets eindigt
"aan het uiteinde"
"de beide uiteinden"
Synoniemen
Hyperoniemen
uiteinde (het ~ | meervoud uiteinden, uiteindes)
Zelfstandig naamwoord
- wijze waarop iets afloopt
"iemand een zalig uiteinde wensen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- verticaal op elk uiteinde;
- Plaats van het uiteinde van de uitlaat: …
- Ruggengraat en kraakbeen met het uiteinde van het schouderblad verwijderen.
- voor opleggers, ieder uiteinde van het voertuig (exclusief de dissel).
- Het uiteinde van de uitlaatpijp moet haaks zijn afgezaagd.
- Het uiteinde van de uitlaatpijp dient haaks te zijn afgezaagd.
- Verticaal vlak aan het uiteinde van het voertuig
- Het lint wordt strak gehouden terwijl één uiteinde dat punt raakt en het andere uiteinde de grond raakt.
- voor motorvoertuigen, ieder uiteinde van het voertuig, of in het geval van trekkers voor opleggers ieder uiteinde van de cabine;
- Een roestvrijstalen rechte sonde met een gesloten uiteinde, voorzien van een aantal gaatjes, wordt aanbevolen.
- Verticaal vlak aan het uiteinde van het voertuig Figuur 25b — Vrije ruimte rond koppelkogels — bovenaanzicht
- De tank wordt in tweeën gedeeld en de overgang tussen voering en uiteinde wordt gecontroleerd.
- Aanbevolen wordt een roestvrij stalen rechte sonde met een gesloten uiteinde, voorzien van een aantal gaatjes.
- Voor knollen: van elke knol het uiteinde van de hiel testen.
- h hoogte van het cilindrische gedeelte van het gewelfde uiteinde, in mm;