Betekenis van:
uiteinde

uiteinde
Zelfstandig naamwoord
  • het uiterste punt van iets
"Het uiteinde van de draad steek je door het oog van de naald."
uiteinde
Zelfstandig naamwoord
  • een benaming voor oudejaar
"Waar vier jij dit jaar het uiteinde?"
uiteinde (het ~ | meervoud uiteinden, uiteindes)
Zelfstandig naamwoord
  • punt waar iets eindigt
"aan het uiteinde"
"de beide uiteinden"

Synoniemen

Hyperoniemen

uiteinde (het ~ | meervoud uiteinden, uiteindes)
Zelfstandig naamwoord
  • wijze waarop iets afloopt
"iemand een zalig uiteinde wensen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. verticaal op elk uiteinde;
  2. Plaats van het uiteinde van de uitlaat: …
  3. Ruggengraat en kraakbeen met het uiteinde van het schouderblad verwijderen.
  4. voor opleggers, ieder uiteinde van het voertuig (exclusief de dissel).
  5. Het uiteinde van de uitlaatpijp moet haaks zijn afgezaagd.
  6. Het uiteinde van de uitlaatpijp dient haaks te zijn afgezaagd.
  7. Verticaal vlak aan het uiteinde van het voertuig
  8. Het lint wordt strak gehouden terwijl één uiteinde dat punt raakt en het andere uiteinde de grond raakt.
  9. voor motorvoertuigen, ieder uiteinde van het voertuig, of in het geval van trekkers voor opleggers ieder uiteinde van de cabine;
  10. Een roestvrijstalen rechte sonde met een gesloten uiteinde, voorzien van een aantal gaatjes, wordt aanbevolen.
  11. Verticaal vlak aan het uiteinde van het voertuig Figuur 25b — Vrije ruimte rond koppelkogels — bovenaanzicht
  12. De tank wordt in tweeën gedeeld en de overgang tussen voering en uiteinde wordt gecontroleerd.
  13. Aanbevolen wordt een roestvrij stalen rechte sonde met een gesloten uiteinde, voorzien van een aantal gaatjes.
  14. Voor knollen: van elke knol het uiteinde van de hiel testen.
  15. h hoogte van het cilindrische gedeelte van het gewelfde uiteinde, in mm;