Betekenis van:
uiterlijk
uiterlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- betrekking hebbend op de buitenkant van iets of iemand
"Een uiterlijk kenmerk van deze vogelsoort is een rode stuit."
uiterlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- het laatst nog aanvaardbare
"Dit is de uiterlijke datum van inzending."
uiterlijk
Bijwoord
- het laatst nog aanvaardbare
"Dit moet uiterlijk op 1 juni ingezonden zijn."
uiterlijk
Zelfstandig naamwoord
- zoals iets of iemand er van buiten uitziet
Voorbeeldzinnen
- Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.
- Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder.
- Beoordeel iemand niet op zijn uiterlijk.
- Het uiterlijk is onbetrouwbaar", "Schijn bedriegt
- Zijn uiterlijk is zo veranderd, dat je hem misschien wel niet herkent.
- Uiterlijk
- Uiterlijk 31.5.2008
- vers van uiterlijk,
- Jaarlijks, uiterlijk 15 januari
- uiterlijk op 15 september:
- Uiterlijk 31 december 2006
- vers van uiterlijk,
- TE VOLTOOIEN UITERLIJK 2013
- Onderzoek van uiterlijk
- N.V.O., uiterlijk op 31.12.2006”