Betekenis van:
uitfluiten
uitfluiten
Werkwoord
- door fluiten uitjouwen
"iemand tijdens zijn toespraak uitfluiten"
Hyperoniemen
uitfluiten
Werkwoord
- door luid fluiten misnoegen jegens iemand uiten
"Na die omstreden beslissing werd de scheidsrechter langdurig uitgefloten."