Betekenis van:
uitgang
uitgang
Zelfstandig naamwoord
- een weg waarlangs men een ruimte verlaten kan
"De uitgang werd bewaakt door een bewaker."
Voorbeeldzinnen
- Waar is de uitgang?
- Uitgang:
- In- en uitgang
- Veilige toegang en uitgang
- Punt van uitgang
- douanekantoor van uitgang
- Punt van uitgang Code
- Kantoor van uitgang (29)
- BNC-ingang en -uitgang,
- audio-ingang en -uitgang.
- F802B: douanekantoor van uitgang
- 23 Uitgang geweigerd
- Douanekantoor van uitgang
- 29 Kantoor van uitgang
- BIP van uitgang Nr. BIP