Betekenis van:
uitgifte
uitgifte (de ~ | meervoud uitgiften, uitgiftes)
Zelfstandig naamwoord
- het uitgeven, in omloop, aan, op de markt brengen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- „Nationale bruto-uitgifte”
- Minimumwaarde van een uitgifte
- Uitgifte van elektronisch geld.”.
- Uitgifte van ECB-schuldbewijzen
- Uitgifte van schuldbewijzen
- de ISIN-code van de uitgifte (bij uitgifte van schuldbewijzen).
- de uitgifte van obligaties of depositocertificaten (beursgenoteerd of private uitgifte);
- KOSTEN VAN DE UITGIFTE/AANBIEDING
- uitgifte- en vervaldatum van het aanvullende bevoegdheidsbewijs;
- Verbod op de uitgifte van elektronisch geld
- Datum van uitgifte van de effecten.
- Nationale netto-uitgifte van verzamelmunten (aantal)
- Uitgifte en het beheer van betaalmiddelen
- Uitgifte van voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten
- Nationale netto-uitgifte van verzamelmunten (waarde)