Betekenis van:
uithaal

uithaal (de ~ | meervoud uithalen)
Zelfstandig naamwoord
  • gemene opmerking
"een uithaal naar [de premier]"
"een forse/felle uithaal naar [de premier]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

uithaal
Zelfstandig naamwoord
  • hard, ver schot

Hyperoniemen

uithaal (de ~ | meervoud uithalen)
Werkwoord
  • beweging met arm of been
"hij kon die uithaal nog net ontwijken"
"een uithaal doen/maken"

Hyperoniemen