Betekenis van:
uitkijken

uitkijken
Werkwoord
  • voorzichtig zijn
"Kijk uit voor die auto!"
uitkijken
Werkwoord
  • verlangend op iets wachten
"uitkijken naar [een feestje]"
"ernaar uitkijken [eens op vakantie] te [kunnen gaan]"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitkijken
Werkwoord
  • ''~ naar:'' met verlangen op iets wachten
"Hij kijkt erg uit naar zijn verjaardag."
uitkijken
Werkwoord
  • ten einde toe bekijken

Synoniemen

Hyperoniemen