Betekenis van:
uitkomen
uitkomen
Werkwoord
- bekennen
"ergens rond voor uitkomen"
"er niet voor uit willen komen"
Hyperoniemen
uitkomen
Werkwoord
- uitgegeven worden
"boeken/tijdschriften komen uit"
Synoniemen
Hyperoniemen
uitkomen
Werkwoord
- ''(bij eieren)'' opengaan, opengebroken worden door het jong
"Over het algemeen is het zo dat de eieren van regenboogvissen niet uitkomen in daglicht."
uitkomen
Werkwoord
- naar buiten komen
uitkomen
Werkwoord
- toegang geven (bijvoorbeeld van tijdschriften)
uitkomen
Werkwoord
- te voorschijn komen, uitlopen (bijvoorbeeld van knoppen van planten)
uitkomen
Werkwoord
- het bekend worden van (slechte) dingen
uitkomen
Werkwoord
- iets als resultaat hebben
uitkomen
Werkwoord
- rondkomen
uitkomen
Werkwoord
- gelegen komen
Voorbeeldzinnen
- Ik hoop dat al je dromen uitkomen, op één na, zodat je steeds iets hebt om na te streven.
- Leeftijd: datum van uitkomen invullen.
- De prognoses zouden in dit basisscenario uitkomen op […].
- De symbolen moeten duidelijk tegen de achtergrond uitkomen.
- Hutten mogen echter niet rechtstreeks uitkomen op een ingesloten trapruimte.
- Tijdens de eerste 2 weken na het uitkomen
- in de hartlijn van de verdunningstunnel uitkomen en met de stroom mee gericht zijn.
- Maar de werkgelegenheid zal in 2009 veel trager groeien, waardoor de werkloosheid op 8,4 % zou uitkomen.
- in de hartlijn van de verdunningstunnel uitkomen en met de stroom mee gericht zijn.
- Niettemin zal de bbp-groei in 2008 op 1,7 % en in 2009 op 1,6 % uitkomen.
- Ontluchtingspijpen uit andere tanks dan olietanks mogen evenwel uitkomen in de zijkant van de bovenbouw.
- Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd.
- in de hartlijn van de verdunningstunnel uitkomen en met de stroom mee gericht zijn.
- Bijgevolg zou de „regionale-handicapverhouding” van het project op 76,48% uitkomen [10].
- Zij mogen zeker niet uitkomen in ruimten voor passagiers of bemanning.