Betekenis van:
uitmuntend

uitmuntend
Bijvoeglijk naamwoord
  • voortreffelijk

Voorbeeldzinnen

  1. Haar toespraak was uitmuntend.
  2. De groep dient te bestaan uit wetenschappers en andere deskundigen met kwalificaties op het gebied van de biologische productie, en dient onafhankelijk, uitmuntend en transparant technisch advies aan de Commissie te verstrekken.