Betekenis van:
uitrekenen
uitrekenen
Werkwoord
- door berekening iets bepalen
"Ik heb uitgerekend dat we ons volgend jaar een nieuwe auto kunnen veroorloven."
uitrekenen
Werkwoord
- door rekenen vaststellen
"uitrekenen hoeveel [iets gaat kosten]"
"iets nauwkeurig uitrekenen"