Betekenis van:
uitsparing

uitsparing (de ~ | meervoud uitsparingen)
Zelfstandig naamwoord
  • bedrag dat bezuinigd wordt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Uitsparing voor seinkabels
  2. In een uitsparing in de bol wordt een drieassige versnellingsmeter (of drie eenassige versnellingsmeters) gemonteerd.
  3. In een uitsparing in de bol wordt een drieassige versnellingsmeter (of worden drie eenassige versnellingsmeters) gemonteerd waarbij voor de meetas de locatie van de seismische massa maximaal ±10 mm van het middelpunt van de bol mag afwijken en voor de richting die loodrecht op de meetas staat, de locatie van de seismische massa maximaal ±1 mm van het middelpunt van de bol mag afwijken.