Betekenis van:
uitstapje

uitstapje (het ~ | meervoud uitstapjes)
Zelfstandig naamwoord
  • dagje uit voor het plezier; iets dat men voor ter vermaak doet
"uitstapjes in eigen land"
"een uitstapje maken/ondernemen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er kan worden gekozen om te gaan zwemmen in plaats van een uitstapje naar de zoo te maken, hoewel een bezoek aan de zoo op het gebied van ontspanning heel verschillend is van een bezoek aan het zwembad.