Betekenis van:
uitstel
uitstel (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- verschuiving naar een latere tijd; het tot later uitstellen; uitstel; uitstel
"uitstel van betaling"
"uitstel geven/verlenen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Risico in uitstel
- Maximaal uitstel
- Uitstel van verwijdering
- Uitstel van betalingen
- 48 Uitstel van betaling
- Uitstel van publiekrechtelijke verplichtingen
- Uitstel van straf/maatregel
- Uitstel van betaling
- Uitstel van betaling
- Uitstel van betaling
- Artikel 91 Uitstel van betaling
- Uitstel en schorsing van betalingen
- Uitstel middels 12 maandelijkse tranches
- de redenen voor het uitstel,
- Gedeeltelijk uitstel van straf/maatregel