Betekenis van:
uitzending
uitzending (de ~ | meervoud uitzendingen)
Werkwoord
- handeling v.h. uitzenden
"uitzending van diners"
"De uitzending van Nederlandse militairen was omstreden."
Hyperoniemen
uitzending (de ~ | meervoud uitzendingen)
Zelfstandig naamwoord
- uitzending op radio of tv; programma dat uitgezonden wordt
"een verzorgde/uitstekende uitzending"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Uitzending van sportevenementen
- 60 Uitzending van radio- en televisieprogramma's, abonneetelevisie
- Diensten voor uitzending van films op verzoek
- Uitzending van radio- en televisieprogramma's, abonneetelevisie
- Uitzending en mededeling aan het publiek
- „kosteloze televisie-uitzending”: televisie-uitzending, voor de ontvangst waarvan de dienstverrichter geen kosten in rekening brengt;
- In dit artikel houden de „vereisten” voor een uitzending in:
- Uitgeverijen, audiovisuele activiteiten en uitzending van radio- en televisieprogramma's
- Uitgeverijdiensten, audiovisuele activiteiten en uitzending van radio- en televisieprogramma's
- Rechtstreeks uitzending door RTP 1 naar Azoren en Madeira
- Het is derhalve noodzakelijk de beschermingstermijn te laten ingaan met de eerste uitzending van een programma.
- de uitzending wordt, de facto, hoofdzakelijk in een van de EER/EVA-staten ontvangen;
- Productie van films en van video- en televisieprogramma's, geluidsopnamen en muziekuitgeverijen; uitzending van radio- en televisieprogramma's
- Het overzicht van de hoogtepunten of de latere uitzending moet ten laatste om 22.30 uur beginnen.
- Aanmoedigen tot uitzending van niet-nationale Europese audiovisuele werken van onafhankelijke productiehuizen.