Betekenis van:
uitzondering

uitzondering
Zelfstandig naamwoord
  • een geval waarbij men iets niet onder een regel laat vallen
"Hij maakte een uitzondering voor de zieke leerling die het proefwerk gemist had."
uitzondering (de ~ | meervoud uitzonderingen)
Zelfstandig naamwoord
  • geval van uitgezonderd zijn
"bij (hoge) uitzondering"
"met uitzondering van"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitzondering (de ~ | meervoud uitzonderingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het niet laten deelnamen of gebeuren; afwijking v.d. regels
"uitzonderingen daargelaten"
"dat is eerder regel dan uitzondering"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Portugal is geen uitzondering.
  2. Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.
  3. Geen regel zonder uitzondering
  4. Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd.
  5. Ik ben geen vrouwenhater; en als ik het was, zou ik voor jou een uitzondering maken.
  6. Uitzondering slaapstand
  7. [Mogelijke uitzondering]
  8. Toepassingsgebied van de uitzondering
  9. Met uitzondering van 020734.
  10. (met uitzondering van energieterugwinning)
  11. andere, met uitzondering van:
  12. Katoen, met uitzondering van:
  13. Met uitzondering van 17024010.
  14. met uitzondering van
  15. Alle, met uitzondering van: