Betekenis van:
urethra

urethra (de ~ | meervoud urethrae, urethra's)
Zelfstandig naamwoord
  • buis waardoor urine het lichaam verlaat; urinekanaal

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. twee met een tussenpoos van zeven dagen uitgevoerde tests voor het opsporen van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden door isolatie van Taylorella equigenitalis uit de pre-ejaculatoire vloeistof of een spermamonster en uit genitale swabs die ten minste worden genomen van de penisschacht, de urethra en de fossa urethralis, telkens met negatief resultaat;
  2. en [II.3.4.3. een test, uitgevoerd op twee met een tussenpoos van zeven dagen verkregen monsters, voor het opsporen van de verwekker van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden (CEM) door isolatie vanf Taylorella equigenitalis uit de pre-ejaculatoire vloeistof of een spermamonster en uit genitale swabs die ten minste worden genomen van de penisschacht, de urethra en de fossa urethralis, waarbij alle tests na een kweek van 7 tot 14 dagen negatief moeten zijn;
  3. en II.4.4.3. een test, uitgevoerd op twee met een tussenpoos van zeven dagen genomen monsters, voor het opsporen van de verwekker van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden (CEM) door isolatie van Taylorella equigenitalis uit de pre-ejaculatoire vloeistof of een spermamonster en uit genitale swabs die ten minste worden genomen van de penisschacht, de urethra en de fossa urethralis, waarbij alle tests na een kweek van 7 tot 14 dagen negatief moeten zijn;
  4. en II.3.6.3. een test, uitgevoerd op twee met een tussenpoos van zeven dagen van de donorhengst verkregen monsters, voor het opsporen van de verwekker van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden door isolatie van Taylorella equigenitalis uit de pre-ejaculatoire vloeistof of een spermamonster en uit genitale swabs die ten minste worden genomen van de penisschacht, de urethra en de fossa urethralis, beide keren met negatief resultaat;