Betekenis van:
vagina
vagina
Zelfstandig naamwoord
- het vrouwelijke geslachtsorgaan
"Indien u last krijgt van de vagina dient u bij een dokter langs te gaan."
vagina (de ~ | meervoud vagina's)
Zelfstandig naamwoord
- vrouwelijk geslachtsdeel; (vulgair) vagina; vagina; (vulgair) vagina; schaamspleet; vagina; buisvormig deel van de vrouwelijke geslachtsorganen bij mensen en hogere dieren, dat toegang verleent tot de baarmoeder; zwak iemand; vagina
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- De penis ging in de vagina.