Betekenis van:
vakgroep
vakgroep (de ~ | meervoud vakgroepen)
Zelfstandig naamwoord
- kleinste bestuurseenheid v.e. faculteit
"de vakgroep [Nederlands]"
"Pietersen is als onderzoeker verbonden aan de vakgroep bestuurskunde van de Universiteit van Amsterdam"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Vakgroep „Diergeneeskundig toezicht op eetwaren”