Betekenis van:
vakwerk

vakwerk (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • constructie waarbij de wanden van een gebouw worden samengesteld uit een geraamte van houten stijlen, regels en schoren, die vakken vormen die opgevuld worden met metselwerk
"[een schuur ] in vakwerk"

Hyperoniemen

Hyponiemen

vakwerk (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • werk v.e. vakman
"vakwerk afleveren"
"een mooi stuk vakwerk"

Hyperoniemen