Betekenis van:
vallen

vallen
Werkwoord
  • figuurlijk ergens zijn of terechtkomen
"de avond valt"
"er vallen klappen"

Hyperoniemen

vallen
Werkwoord
  • naar omlaag gaan en neerkomen
"van/uit iets vallen"
"van de trap vallen"

Hyperoniemen

vallen
Werkwoord
  • in de genoemde toestand komen; in een toestand geraken; in de genoemde toestand komen; in die toestand komen; in een toestand komen
"De boot valt stil."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vallen
Werkwoord
  • plotseling en onvrijwillig op de grond enz. terechtkomen
"Het glas valt kapot"

Synoniemen

Hyperoniemen

vallen
Werkwoord
  • los neerhangen
"De gordijnen vallen mooi."

Hyperoniemen

vallen
Werkwoord
  • (van speelkaarten) op tafel uitgespeeld worden
"Als de schoppenvrouw valt dan is het spel afgelopen."

Hyperoniemen

vallen
Werkwoord
  • ontstemd, geprikkeld worden
"vallen over iets/iemand"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vallen
Werkwoord
  • vrijelijk onder invloed van de zwaartekracht naar de aarde bewegen
"De roekeloze beklimmer van het gebouw viel gelukkig niet."
vallen
Werkwoord
  • ondanks verzet in vijandelijke handen komen
"Die stad is snel gevallen."
vallen
Werkwoord
  • sterven in de strijd
"Adolf viel in de slag bij Heiligerlee."
vallen
Werkwoord
  • ''~ te'': drukt een mogelijkheid uit
"Daar viel bitter weinig aan te veranderen."
vallen
Werkwoord
  • ''~ + meewerkend voorwerp'' op een bepaalde manier ervaren worden
"Het afscheid is hem erg zwaar gevallen."
vallen
Werkwoord
  • omkomen in gevecht; sneuvelen
"in de burgeroorlog gevallen zijn"
"de gevallen militairen/soldaten"

Synoniemen

Hyperoniemen

val (de ~ | meervoud vallen)
Zelfstandig naamwoord
  • het instorten; keer dat men onderuitgaat
"een zware val"
"iemand ten val brengen"

Synoniemen

Hyperoniemen

val (de ~ | meervoud vallen)
Zelfstandig naamwoord
  • toestel om dieren te vangen
"in de val lopen"
"een val zetten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

val (het ~ | meervoud vallen)
Zelfstandig naamwoord
  • touw of ketting waarmee een zeil, een rondhout of een vlag gehesen of gevierd wordt

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Laat vallen.
  2. Waar gehakt wordt vallen spaanders.
  3. Laat dat glas niet vallen.
  4. In oktober beginnen de bladeren te vallen.
  5. Ik ben bang om te vallen.
  6. We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
  7. Het is noodzakelijk om af te vallen.
  8. Normaal gesproken vallen wolven geen mensen aan.
  9. Ik denk dat ik flauw ga vallen.
  10. Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
  11. Dit is een beproefde methode om af te vallen.
  12. Ze gaf hem de tip af te vallen.
  13. Jammer dat ik niet hoef af te vallen.
  14. Herhalingen vallen niet in goede aarde
  15. Hieronder vallen bijvoorbeeld dekens, tenten, verplaatsbare keukens en generatoren.