Betekenis van:
valsheid

valsheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het vervalsen
"valsheid in geschrifte"
"valsheid in geschrifte plegen"

Hyperoniemen

valsheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bedrieglijkheid
"ondanks zijn valsheid is de hoofdpersoon van het stuk, de markies, nog een van de meest eerlijke figuren"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ze kan daarom worden aangepast aan de nationale wetgeving zodat zij voldoet aan de wettelijke vereisten met het oog op de gevolgen van bedrog, valsheid in geschrifte, fraude enz.