Betekenis van:
variant

variant (de ~ | meervoud varianten)
Zelfstandig naamwoord
  • afwijking v.h. type; andere versie
"er bestaan verschillende varianten van dat sprookje"
"met een variant (op [het bekende adagium])"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Variant: Belau
  2. type, variant en uitvoering;
  3. Variant(en)/uitvoering(en)
  4. Variant (indien van toepassing)
  5. Serie-/variant-/denominatiestatus
  6. Uitsplitsing naar series/variant
  7. Complete/voltooide variant(en):
  8. het vliegtuigtype en de variant;
  9. het vliegtuigtype en de variant;
  10. (naam van de variant 1)
  11. één vliegtuigtype of -variant met schroefturbinemotoren en één vliegtuigtype of -variant met zuigermotoren; of
  12. één vliegtuigtype of -variant met schroefturbinemotoren en één vliegtuigtype of -variant met zuigermotoren; of
  13. Uitsplitsing naar serie/variant en uitsplitsing naar denominatie
  14. voor variant c) (zie noot 2, methode 2.1)”;
  15. 91P0 Poolse variant van het zilversparren-lariksbos (Abietetum polonicum)