Betekenis van:
vastbinden
vastbinden
Werkwoord
- vastmaken; vastmaken met riem of touw; vastmaken aan; met een touw vastmaken
"een vaantje aan je fiets vastbinden"
"iemand aan zijn stoel vastbinden"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vastbinden
Werkwoord
- ketenen, bevestigen met veter of touw
"Ik zal dat wel even met een touwtje vastbinden."