Betekenis van:
vastklemmen
vastklemmen
Werkwoord
- zich krampachtig vasthouden aan
"zich vastklemmen aan [een tak/klimrek]"
"zich aan je moeder vastklemmen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vastklemmen
Werkwoord
- ergens in of tussen door sterke druk vastzetten, knellen, knijpen
"een deksel aan/op een vuilnisbak vastklemmen"