Betekenis van:
vastlopen

vastlopen
Werkwoord
  • in zijn beweging gestuit worden
"het treinverkeer loopt vast"
"in de modder vastlopen"

Synoniemen

Hyperoniemen

vastlopen
Werkwoord
  • mislukken, doodlopen
"het overleg loopt vast"

Synoniemen

Hyperoniemen