Betekenis van:
velg

velg
Zelfstandig naamwoord
  • de buitenrand van een wiel waar de band omheen zit
"De velg van dat wiel was helemaal versleten."

Voorbeeldzinnen

  1. Velg
  2. de velg,
  3. Middellijn van de velg
  4. 4500 kW aan de velg
  5. het onderdeelnummer van het wiel/de velg.
  6. P ≥ 4500 kW aan de velg
  7. P >/= 4500 kW aan de velg
  8. P < 4500 kW aan de velg
  9. P ≥ 4500 kW aan de velg
  10. de breedte van de theoretische velg in mm.
  11. Stuurnaaf, -velg of -spaken vertonen breuken of zitten los.
  12. „schijfwiel”: een permanente combinatie van een velg en een wielschotel;
  13. de breedte van de theoretische velg in mm.
  14. het centrale gedeelte komt los van de velg;
  15. Stuurwielnaaf, -velg of -spaken vertonen breuken of zitten los.