Betekenis van:
vennoot

vennoot (de ~ | meervoud vennoten)
Zelfstandig naamwoord
  • handelsgenoot, medefirmant
"stille vennoot"
"beherend vennoot"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „voornaamste vennoot/vennoten”:
  2. Eigenaar: Yin Win Thu, vennoot:
  3. Niet-financiële vennoot-schappen (S.11)
  4. Eigenaar: Yin Win Thu, vennoot: Nandar Aye (A2c Bijlage II)
  5. Eigenaar: Yin Win Thu, vennoot Nandar Aye (A2c Bijlage II)
  6. Herlitz PBS AG was commanditaire of stille vennoot (Kommanditist), terwijl HGG complementaire of beherende vennoot (Komplementär) was van GGB en GGF.
  7. wanneer een eenpersoonsvennootschap of enige andere rechtspersoon de enige vennoot van een vennootschap is.
  8. Als beherende vennoot kan SGN aansprakelijk worden gesteld voor tekorten van de CV.
  9. Een kapitaalinbreng door de vennoot van 50000 FRF (ongeveer 7700 EUR).
  10. Een EURL is fiscaal transparant en de enige vennoot ervan is een natuurlijke persoon.
  11. De enige vennoot oefent de aan de algemene vergadering toegekende bevoegdheden uit.
  12. De stille vennoot neemt niet deel aan de onderneming en heeft slechts rudimentaire controlerechten.
  13. De Commissie kan geen vennoot of aandeelhouder in het fonds worden.
  14. wanneer een natuurlijke persoon de enige vennoot van verschillende vennootschappen is, of
  15. Iedere vennoot is dus onbeperkt aansprakelijk voor de door hem aangegane schulden.