Betekenis van:
vent

vent (de ~ | meervoud venten)
Zelfstandig naamwoord
  • volwassen mens van het mannelijk geslacht
"als kind was ze altijd bang dat er een enge vent onder het bed zat"
"alles went, behalve een vent"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vent
Zelfstandig naamwoord
  • een kerel, een man
vent
Zelfstandig naamwoord
  • man met wie men getrouwd is; echtgenoot; echtgenoot; gelijke

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wie is deze vent?
  2. Tom is een goede vent.
  3. Deze vent die naast me in de trein zit stinkt!
  4. Denk je dat hij de vent is die het raam heeft gebroken?