Betekenis van:
verbaal

verbaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • mbt. het spreken
"een verbaal verslag"
"verbaal geweld"
verbaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • met woorden
verbaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • werkwoordelijk (taalk.)
verbaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • v.d. aard v.e. werkwoord

Synoniemen

verbaal
Zelfstandig naamwoord
  • proces-verbaal, bekeuring
verbaal
Zelfstandig naamwoord
  • bon; bekeuring; bekeuring

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Proces-verbaal van overeenstemming
  2. Inhoud van de processen-verbaal
  3. Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal
  4. Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal over de onregelmatigheid
  5. Proces-verbaal van 15 april 1958: doc. 368/58.
  6. Het maakt daarvan melding in het inventarisproces-verbaal.
  7. Het proces-verbaal, of de hoofdpunten ervan, worden de Commissie op haar verzoek medegedeeld.
  8. Beide partijen ontvangen een afschrift van het ondertekende proces-verbaal van regeling.
  9. Beschrijving, in het inventarisproces-verbaal, van de materieel geïnspecteerde partijen en van de geconstateerde gebreken.
  10. Het aldus ondertekende proces-verbaal van regeling is voor de partijen bindend.
  11. Ten blijke van aanvaarding wordt dit proces-verbaal door de partijen ondertekend.
  12. Van de daaruit voortvloeiende dialoog wordt een volledig proces-verbaal opgesteld.
  13. De jury kan de gegadigden uitnodigen de in het proces-verbaal vermelde vragen te beantwoorden, teneinde een project te verduidelijken.
  14. bij ontslagneming: de datum waarop het Parlement heeft geconstateerd dat de zetel vacant is overeenkomstig het proces-verbaal van ontslagneming,
  15. Wordt er een regeling bereikt, dan stelt de bemiddelaar hiervan een proces-verbaal op, dat hij ondertekent.