Betekenis van:
verbinden
verbinden
Werkwoord
- telefonisch aansluiten
"Kunt u mij verbinden met de helpdesk?"
"iemand (telefonisch) met [de directeur] verbinden"
Hyperoniemen
verbinden
Werkwoord
- aan elkaar vastmaken; verbinden; verbinden, verenigen
"Deze wand moet je verbinden met de vloer."
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
verbinden
Werkwoord
- twee of meer onderdelen aan elkaar vastmaken
verbinden
Werkwoord
- met iets of iemand contact maken via de telefoonlijn
Voorbeeldzinnen
- De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
- De lidstaten verbinden zich ertoe:
- De Belgische autoriteiten verbinden zich ertoe:
- De partijen verbinden zich ertoe de bepalingen niet te wijzigen.
- De lidstaten kunnen het aantal testcycli aan een maximum verbinden.
- De kweker kan aan zijn toestemming voorwaarden en beperkingen verbinden.
- Verbinden en loskoppelen met minimale emissies van meetinstrumenten en leidingen.
- Erkend worden slechts de depothouders die zich schriftelijk ertoe verbinden:
- Met het oog op de in lid 3 bedoelde erkenning verbinden de marktdeelnemers zich ertoe:
- technologieën met betrekking tot het vormen, lassen en verbinden van staal en andere materialen;
- voorwaarden te verbinden aan het in de handel brengen van een product;
- aan het ingeperkt gebruik een tijdslimiet of bepaalde specifieke voorwaarden verbinden.
- zich ertoe verbinden de in de echtheidscertificaten vermelde gegevens te verifiëren;
- „De interventiebureaus kunnen aan de erkenning van een silo of opslagplaats aanvullende voorwaarden verbinden.”;
- alle punten die het net van een transmissiesysteembeheerder verbinden met een LNG-terminal;