Betekenis van:
verblijven
verblijven
Werkwoord
- tijdelijk wonen, ergens tijd doorbrengen
"Hij verbleef enige tijd in een gerenommeerd hotel in het centrum van de stad."
verblijf (het ~ | meervoud verblijven)
Zelfstandig naamwoord
- plaats van verblijf of oponthoud
"een vast verblijf"
"de verblijven van de manschappen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- ruimten waar reizigers permanent of tijdelijk verblijven;
- Deze personen moeten in Griekenland verblijven.
- Artikel 15.06, lid 3, onder g) — Uitgangen van verblijven
- Vast ingebouwde brandblusinstallaties in verblijven enz. Neen/Aantal … (*)
- Verplichting om op een bepaalde plaats te blijven/verblijven
- De dieren verblijven minstens zes maanden in het waterrijke gebied.
- „Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van verblijven, stuurhuizen en passagiersruimten”.
- „verblijven, uitgezonderd hutten, en groepen van verblijven met slechts één uitgang moeten ten minste één nooduitgang hebben;”;
- Zo lang zij in de kraamruimten verblijven, dient hun dagelijks extra menselijk contact te worden geboden.
- buitenlandse werknemers die tijdelijk op Cyprus verblijven, vormen een aanzienlijk deel van de werkende bevolking.
- ter bevordering van het gebruik van walstroom door schepen die in communautaire havens verblijven
- Aantal jaren, voor degenen die twee tot tien jaar in dit land verblijven
- uitsluitend in Polen tijdvakken van verzekering hebben vervuld en verblijven op het grondgebied van Duitsland;
- Waar mogelijk moet in de regelingen voor verblijven in het buitenland worden vastgelegd dat:
- Ook onderdanen van derde landen die in de Europese Unie verblijven, moeten in aanmerking komen.