Betekenis van:
verbod
verbod (het ~ | meervoud verboden)
Zelfstandig naamwoord
- het verbieden
"een verbod op [het gebruik van asbest]"
"een uitdrukkelijk verbod"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
verbod
Zelfstandig naamwoord
- een regel die een bepaalde handeling strafbaar maakt
"De wijsheid van het verbod op de handel in marijuana is steeds meer onderwerp van discussie in de wereld."
Voorbeeldzinnen
- „Verbod”
- Verbod
- Verbod
- Algeheel verbod
- Ingangsdatum verbod
- een verbod;
- Verbod op overlading
- verbod op samenlading.
- Beperking en verbod
- 81 - Intrekking verbod
- 58 — Intrekking verbod
- Verbod op illegale tewerkstelling
- Verbod, restricties of beperkingen
- Toepassingsgebied en verbod
- Verbod op voorbehouden