Betekenis van:
verbonden
verbonden
Bijvoeglijk naamwoord
- met verband omzwachteld
"zijn enkel was verbonden"
"een verbonden arm"
verbonden
Bijvoeglijk naamwoord
- geallieerd
"de verbonden mogendheden"
"ze zijn door het huwelijk verbonden"
verbond (het ~ | meervoud verbonden)
Zelfstandig naamwoord
- geheel van personen die zich op basis van gemeenschappelijke opvattingen, doelstellingen, activiteiten e.d. verenigd hebben
"het Simplistisch Verbond"
"een verbond van werkgevers"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De gebeurtenissen waren nauw met elkaar verbonden.
- Tatoeba is echt veeltalig. Alle talen zijn met elkaar verbonden.
- verbonden handelaren:
- Verbonden importeurs
- verbonden distributeur:
- verbonden handelaar
- Verbonden importeur
- aan verbonden en niet-verbonden afnemers
- TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN
- Verbonden onderneming in Rusland
- Verbonden ondernemingen (particulier)
- Aan voorwaarden verbonden overbrenging
- De verbonden verkoopmaatschappijen:
- aan niet-verbonden afnemers
- Verbonden handelaars in Oekraïne