Betekenis van:
verbonden

verbonden
Bijvoeglijk naamwoord
  • met verband omzwachteld
"zijn enkel was verbonden"
"een verbonden arm"
verbonden
Bijvoeglijk naamwoord
  • geallieerd
"de verbonden mogendheden"
"ze zijn door het huwelijk verbonden"
verbonden
Bijvoeglijk naamwoord
  • verplicht
"tot iets verbonden zijn"
"de verbonden inzet"

Synoniemen

Hyperoniemen

verbond (het ~ | meervoud verbonden)
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van personen die zich op basis van gemeenschappelijke opvattingen, doelstellingen, activiteiten e.d. verenigd hebben
"het Simplistisch Verbond"
"een verbond van werkgevers"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De gebeurtenissen waren nauw met elkaar verbonden.
  2. Tatoeba is echt veeltalig. Alle talen zijn met elkaar verbonden.
  3. verbonden handelaren:
  4. Verbonden importeurs
  5. verbonden distributeur:
  6. verbonden handelaar
  7. Verbonden importeur
  8. aan verbonden en niet-verbonden afnemers
  9. TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN
  10. Verbonden onderneming in Rusland
  11. Verbonden ondernemingen (particulier)
  12. Aan voorwaarden verbonden overbrenging
  13. De verbonden verkoopmaatschappijen:
  14. aan niet-verbonden afnemers
  15. Verbonden handelaars in Oekraïne