Betekenis van:
veren
veren
Werkwoord
- zich bewegen als door de kracht van een veer
"veren als je loopt"
"overeind veren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
veren
Werkwoord
- schokken opvangen
"Mijn voorvork veerde op een gegeven moment niet meer, die moet dus op wat kortere termijn vervangen worden."
veren
Bijvoeglijk naamwoord
- van veren
"een veren bed/kussen"
"een veren hoofdtooi"
veer (de ~ | meervoud veren)
Zelfstandig naamwoord
- elk der hoornachtige delen die het huidbekleedsel van een vogel vormen, bestaande uit een holle spoel en een massieve schacht, aan weerszijden voorzien van zgn. baarden
"een veer moeten laten"
"vroeg uit de veren zijn"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De vogel was bedekt met witte veren.
- veren
- veren,
- Veren
- onbewerkte veren en delen van veren, en
- Bereide vogelhuiden met veren of dons; veren, ...
- onbewerkte veren en delen van veren;
- Bereide vogelhuiden met veren of dons; veren, ...
- niet-verwerkte veren en delen van veren.
- Bereide vogelhuiden met veren of dons; veren, ...
- Veren van koper
- Veren, incl. onrustveren
- Veren van koper
- LAND Onbewerkte veren
- Veren en stabilisator