Betekenis van:
vergissing

vergissing (de ~ | meervoud vergissingen)
Zelfstandig naamwoord
  • dwaling
"een historische vergissing"
"een freudiaanse vergissing"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vergissing
Zelfstandig naamwoord
  • iets doen dat niet juist is, of een verkeerde conclusie trekken
"Een vergissing begaan."
vergissing
Zelfstandig naamwoord
  • iets doen dat slecht afloopt of ongelukkige gevolgen heeft
"Op vakantie gaan naar Irak bleek een vergissing."

Voorbeeldzinnen

  1. Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.
  2. Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
  3. Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.
  4. Redactionele vergissing.
  5. Deze vergissing moet worden gecorrigeerd.
  6. De tekst bevat een materiële vergissing.
  7. Vergissing: de tekst moet luiden: „en haar dochteronderneming Daewoo Romania”.
  8. Er is geen duidelijke vergissing die gemakkelijk kan worden opgespoord.
  9. Bij vergissing is evenwel verwezen naar artikel 22 van die verordening.
  10. Ook de Rekenkamer beging dezelfde vergissing in haar verslag over Wet nr. 808/1985.
  11. dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of
  12. Herzieningsberoepen moeten ingediend worden uiterlijk zes maanden nadat de vergissing is vastgesteld.
  13. dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd;
  14. Correctie — vergissing bij de toepassing van de wisselkoers voor het berekenen van het voorschot
  15. Deze vergissing, die gevolgen had gehad voor beide medewerkende exporteurs, werd rechtgezet.