Betekenis van:
verhaal

verhaal
Zelfstandig naamwoord
  • een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
"Heb je het verhaal over de boete die Microsoft door de EU opgelegd heeft gekregen al gelezen?"
verhaal (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • wat iem. krijgt om hem schadeloos te stellen, resp. wat men moet betalen
"verhaal halen"
"verhaal op [de schuldige partij]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verhaal (het ~ | meervoud verhalen)
Zelfstandig naamwoord
  • mondeling verslag van een reeks ware of fictieve gebeurtenissen
"hele verhalen"
"iemands verhaal bevestigen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wat een raar verhaal!
  2. Zijn verhaal was interessant.
  3. Zijn verhaal klinkt correct.
  4. Zijn verhaal is waar.
  5. Hij verzon dat verhaal.
  6. Vertel me het verhaal.
  7. Was haar verhaal waar?
  8. Zijn verhaal klinkt raar.
  9. Het is een waargebeurd verhaal.
  10. Ze verzonnen een onwaarschijnlijk verhaal.
  11. Ik vertrouw zijn verhaal niet.
  12. Dit is het eind van mijn verhaal.
  13. Gisteren las ik een interessant verhaal.
  14. Ik denk dat het verhaal waar is.
  15. Hoeveel personages zijn er in je verhaal?