Betekenis van:
verkoop

verkoop (de ~ | meervoud verkopen)
Zelfstandig naamwoord
  • het verkopen
"de verkoop van [koffie]"
"koop en verkoop"

Hyperoniemen

verkoop
Zelfstandig naamwoord
  • het verkopen (voor geld aan een ander geven)

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. We hebben nieuwe gegevens over productie en verkoop van elektrische vliegenmeppers wereldwijd.
  2. verkoop,
  3. verkoop
  4. Verkoop
  5. Verkoop
  6. Verkoop EUR
  7. Binnenlandse verkoop
  8. Aankoop/verkoop
  9. CIF verkoop
  10. Verkoop wagonplaatsen
  11. Rechtstreekse verkoop
  12. telefonische verkoop;
  13. Verkoop (ton)
  14. Verkoop USD
  15. telefonische verkoop;