Betekenis van:
verkopen
verkopen
Werkwoord
- opdissen; als debet boeken
"grappen verkopen"
"onzin verkopen"
Synoniemen
Hyperoniemen
verkopen
Werkwoord
- goederen tegen betaling aan een nieuwe eigenaar geven
"Zij verkochten hun oude bank nadat zij een nieuwe hadden aangeschaft."
verkoop (de ~ | meervoud verkopen)
Zelfstandig naamwoord
- het verkopen
"de verkoop van [koffie]"
"koop en verkoop"
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik ga mijn huis verkopen.
- Verkopen ze schriften in die winkel?
- Aan wie ging je het verkopen?
- Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.
- Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.
- Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.
- De organisatie organiseert ieder jaar een stuk of wat ontmoetingen van vrijwilligers die de deuren langs gaan om Friese boeken te verkopen.
- Verkopen
- Verkopen van gebouwen
- Verkopen van onroerend goed
- BETREFT LEVERINGEN + RECHTSTREEKSE VERKOPEN
- Rechtstreekse verkopen van waardepapier
- Verkopen van onbebouwd land
- Verkopen van land
- Rechtstreekse verkopen van waardepapier